Louis Vuitton kon niet lachen om een tas van ‘My Other Bag’, geïnspireerd op de bekende bumperstickers uit de jaren ’70 in de VS. Oude auto’s reden destijds met zo’n sticker rond, waarmee de eigenaar van de auto aangaf dat hij thuis nog een ander luxe-wagen zou hebben… Veel Amerikanen kennen deze grap.
De canvas tas van My Other Bag bevatte aan één zijde een tekening van een Louis Vuitton tas. Een duidelijke knipoog naar die grap van vroeger. De rechtbank in New York heeft het beroep van My Other Bag op de zgn. ‘parodie-exceptie’ gehonoreerd. Volgens de rechter ziet de in aanmerking nemende consument meteen dat het hier geen echte Vuitton tas betreft en kan zij niet verward raken. Volgens de rechtbank treedt Louis Vuitton altijd agressief tegen merkinbreuk op en is dat haar goed recht, maar moet ze hier toch gewoon het indirecte compliment en de overduidelijke parodie accepteren en daar om lachen in plaats van te procederen. In een Nederlandse zaak trok Louis Vuitton ook al eens aan het kortste end. De Deense kunstenares Nadia Plesner won in 2011 een kort geding van Louis Vuitton, waarin een kunstwerk van haar ter discussie stond met als onderwerp een kind uit Darfur dat een Louis Vuitton tas draagt. Die zaak werd destijds afgedaan op de vrijheid van meningsuiting. Het is nog maar de vraag of My Other Bag’s beroep op de parade exceptie hier in Nederland zou hebben gewerkt, nu bij een commercieel belang de parodie exceptie in vrijwel alle gevallen niet opgaat. In de VS houden ze dus wel van een (commercieel) grapje….